Doel
Aortaklepstenose is de op één na meest voorkomende klepziekte. Een aortaklepstenose is een vernauwing van de aortaklep (de klep aan de uitgang van het hart). Je hart moet dus harder pompen om het bloed door de vernauwde aortaklep naar je lichaam te pompen.
De behandeling van deze aandoening kan bestaan uit het chirurgisch vervangen van de klep of het vervangen via percutane weg (via de lies). Voor deze laatste behandeling wordt meestal gekozen indien het operatieve risico te hoog is. Hierbij wordt een biologische kunstklep ingebracht via een katheter, en ter hoogte van de aortaklep ingepland. De katheter wordt meestal ingebracht via een slagader in de lies of de schouder.
Voorbereiding
Je wordt opgenomen op de afdeling cardiologie. Zoals afgesproken met de arts zal dit, ofwel de dag van de ingreep, ofwel de dag voordien zijn. Je thuismedicatie mag worden ingenomen, zoals afgesproken met de arts. Het is ook raadzaam een lijst met daarop je thuismedicatie (of de medicatie in de verpakking) mee te brengen bij opname. Een voorgedrukte lijst hiervoor kan je terugvinden in de onthaalbrochure. De verpleegkundige van de afdeling zal ter voorbereiding met jou enkele vragen overlopen en je bloeddruk meten. Er zal ook een EKG en een bloedafname worden afgenomen. Ter voorbereiding zal de verpleegkundige je aan de voorzijde scheren (van navel tot knie). De dag van de behandeling krijg je een operatiehemd aan. Je gebitsprothese, ondergoed, juwelen en bril moeten worden verwijderd. Je zal van de verpleegkundige medicatie krijgen, bloedverdunners en een maagbeschermer. Andere medicatie mag niet worden ingenomen, tenzij aangegeven door de verpleegkundige. Bij de start van de ingreep zal je ook een dosis antibiotica en een dosis aspirine toegediend krijgen via je infuus.
Behandeling
De behandeling gaat door op de afdeling hartkatheterisatie. Deze ingreep kan zowel onder algemene verdoving als bij bewustzijn gebeuren. Dit wordt op voorhand besproken met je behandelende cardioloog. Je neemt plaats op de behandeltafel. Er worden elektroden aangebracht om het hartritme te volgen. Je wordt van navel tot knie ontsmet en er komen steriele doeken over je heen. Je aangezicht blijft vrij. Je beide liezen (en indien nodig ook de pols) zullen door de arts verdoofd worden alvorens de toegangsbuisjes geplaatst worden. Extra pijnstilling kan steeds door de anesthesist gegeven worden. Bij algemene verdoving zal je door de anesthesist in slaap gebracht worden en terug wakker worden als de procedure ten einde is. Tijdens de ingreep zal je bloeddruk en hartritme met verscheidene katheters opgevolgd worden. Deze buisjes kunnen na de ingreep nog enkele uren of dagen ter plaatse blijven, indien de arts dit nodig vindt. Om de nieuwe hartklep goed te kunnen positioneren, wordt contraststof gebruikt. Sommige patiënten zijn allergisch voor contraststof en moeten dit bij opname zeker melden aan de verpleegkundige. Eens de hartklep goed gepositioneerd is, worden de katheters uit de liezen (en eventueel pols) verwijderd en krijg je spanverbanden aan. Aan je pols wordt een doorzichtig polsbandje met luchtkussen aangebracht. Met behulp van een spuit zal de verpleegkundige geleidelijk aan lucht uit het bandje lossen. Het is zeer belangrijk geen druk op de pols uit te oefenen (niet trekken of duwen) om een bloeding te voorkomen. Na de procedure ga je naar een gemonitorde afdeling (intensieve zorgen of hartbewaking), waar je overnacht.
Risico’s
Deze ingreep wordt enkel uitgevoerd bij mensen met een te hoog operatief risico. Een percutane aortaklep implantatie is dan een minder risciovolle ingreep, maar complicaties zijn zeker niet uitgesloten. Om complicaties zoveel mogelijk te beperken, voeren we een uitgebreide voorbereiding en selectie uit.
Enkele mogelijke complicaties zijn:
- lokale bloeding ter hoogte van de punctieplaats
- nood aan definitieve pacemaker
- embolisatie van plaque of klonter, mogelijk leidend tot beroerte
- harttamponade
- paravalvulaire lekkage
- laattijdige infectie van de klepprothese
Resultaten
Na de ingreep is de weerstand over de aortaklep meteen weer genormaliseerd.
Nazorg
Meestal is een vlotte revalidatie mogelijk, en kan je na enkele dagen naar huis.