Hart- en vaatziekten blijven in België de belangrijkste doodsoorzaak en de voornaamste reden van opname in een ziekenhuis.
De verantwoordelijke aandoening is slagaderverkalking. Deze kan aanleiding geven tot een hartinfarct, een beroerte of andere vaatverwikkelingen, die soms dodelijk kunnen zijn. Nochtans sterven nu beduidend minder mensen aan deze ziekten dan 20-30 jaar geleden. Deze afname is grotendeels te verklaren door preventieve maatregelen die geleid hebben tot veranderingen in de leefgewoonten van de bevolking, vooral op gebied van rook- en voedingsgedrag. Andere factoren die hiertoe bijdragen, zijn een snellere en betere diagnose én behandeling van deze aandoening.
Als men van preventie spreekt moet men het ook hebben over de zogenaamde risicofactoren. Dit zijn aandoeningen of leefgewoonten die resulteren in een verhoogde kans op aderverkalking.
De klassieke risicofactoren zijn:
- hoge bloeddruk (hypertensie)
- een verhoogde cholesterol
- suikerziekte (diabetes)
- roken
- te weinig lichaamsbeweging
- overgewicht
- overmatig alcoholverbruik
- ongezonde voeding
- stress
Deze risicofactoren kunnen door aanpassingen van de levensstijl en indien nodig met medicatie beïnvloed worden.
Andere risicofactoren kan men moeilijker beïnvloeden, met name: de leeftijd (naarmate men ouder wordt stijgt het risico), het geslacht (mannen hebben een hoger risico dan vrouwen) of een erfelijke aanleg.
Men spreekt van ‘primaire preventie’ als men maatregelen neemt om hart- en vaatziekten te voorkomen bij gezonde personen. Voor gezonde personen (zonder gekend hart- en vaatlijden) kan een inschatting gemaakt worden van het risico op hart- en vaatziekten aan de hand van uw geslacht, leeftijd, bloeddruk en cholesterol. De bekomen waarde is het risico op hart- en vaatziekten in de komende 10 jaar.
‘Secundaire preventie’ bestaat uit het geheel van preventieve maatregelen bij patiënten met hart- en vaatziekten. Deze laatste groep dient meestal ook een behandeling met medicatie te volgen, terwijl dit bij de eerste groep minder voor komt.
Evidente preventieve maatregelen zijn:
- niet roken of rookstop behandeling
- gezonde voeding
- overgewicht vermijden en zo nodig begeleiding door een diëtist
- voldoende lichaamsbeweging nemen
In aanwezigheid van de hoger vermelde klassieke risicofactoren richt men zich best tot zijn huisarts of specialist voor aanvullend advies over meer gerichte preventiemaatregelen. Zo zijn voedingsadviezen bij suikerziekte verschillend van deze bij een verhoogde cholesterol of overgewicht. Hier kunnen professionelen u helpen en indien aangewezen ook medicatie voorschrijven.