Doel
Bepaalde implantaten (pacemakers, resynchronisatie toestellen en defibrillatoren) zijn uitgerust met een zogenaamd telemonitoring systeem. Dit systeem maakt een evaluatie van toestel en patiënt vanop afstand mogelijk.
Voorbereiding, ingreep, risico’s en nazorg
Telemonitoring vraagt geen bijkomende voorbereiding, ingrepen of risico’s.
Als wordt besloten de telemonitoring bij u te gebruiken, wordt u uitgenodigd op de consultatie.
Uw implantaat wordt met een programmeertoestel ondervraagd en de optie tot telemonitoring geactiveerd. U krijgt na de nodige uitleg een communicatietoestel mee, dat de data uit uw implantaat kan opvragen en doorsturen over een telefoon- of GSM-verbinding.
Onderzoek
Het implantaat zal automatisch - of door u geactiveerd– informatie doorsturen. Deze informatie bestaat uit verschillende metingen zoals ritmestoornissen en technische analyse van het implantaat. Al deze gegevens kunnen door de arts of verantwoordelijke bekeken worden via een beveiligde website.
Resultaat
Op basis van de gegevens kan de behandeling vroegtijdig aangepast worden. De dienst zal indien nodig met u contact opnemen.
Nazorg
Geen bijzondere nazorg noodzakelijk.