U bent hier

Ablatie

Doel

Ritmestoornissen met snelle hartslag ontstaan vaak door een “kortsluiting” in het geleidingsweefsel van het hart. Tijdens het elektrofysiologisch onderzoek zoekt de arts het soort ritmestoornis, de oorzaak en de precieze plaats ervan op. Door de tip van de katheter tegen deze locatie op te warmen (45 à 70°C) en zo kleine brandpunten te plaatsen wordt de "kortsluiting" opgeheven. Een ablatie wordt vaak uitgevoerd aansluitend op het elektrofysiologisch onderzoek

Gezien de verschillen in voorbereiding, resultaat, en risico’s worden eenvoudige ablatie (bijvoorbeeld het Wolff-Parkinson-White syndroom), ablatie bij voorkamerfibrillatie, en kamer/ventrikeltachycardie apart besproken.

Voorbereiding

Je wordt opgenomen op het Cardiologisch dagziekenhuis. Je moet nuchter zijn. Dit is minimaal 2 uur voor heldere vloeistoffen (enkel water, thee en koffie), minimaal 6 uur voor een lichte maaltijd en melkproducten en minimaal 8 uur voor een normale maaltijd. De medicatie mag worden ingenomen zoals afgesproken met de arts. Indien geen recent labo resultaat beschikbaar is, kan er een bloedafname gebeuren. Je krijgt een operatiehemd aan en de verpleegkundige plaatst een infuus in je arm om later medicatie toe te dienen. De ingreep gaat door in de hartkatheterisatiezaal.

hartcatheterisatie

Onderzoek

Je neemt plaats op de behandeltafel. Er worden elektroden aangebracht om het hartritme te volgen. Een huidzone in de lies wordt geschoren, ontsmet en er komt een steriel laken op je. Je gezicht blijft steeds vrij. Na plaatselijke verdoving worden één of meerder buisjes geplaatst in de (rechter)lies, via deze toegang worden elektrische katheters tot in het hart geplaatst. Tijdens het onderzoek zal door middel van elektrische impulsen het hartritme opgejaagd worden met als doel de aanwezige ritmestoornissen uit te lokken. Mogelijks is hiervoor medicatie nodig, toegediend via je infuus.

De kritische zone of de oorsprong van het circuit wordt vervolgens uitgeschakeld tijdens de ablatie procedure door deze lokaal te verwarmen (>45°C). Radiofrequentiegolven doorheen een ablatiekatheter zorgen voor een klein en mooi afgelijnd litteken ter hoogte van het geleidingsweefsel. Na ongeveer een uur is het onderzoek afgelopen, en worden de katheters terug getrokken. De lies zal manueel afgedrukt worden en je krijgt een drukverband om. Hiermee moet je 4 tot 12 uur in bed blijven. Dit bepaalt mede je opnameduur. De volgende uren controleert de verpleegkundige je bloeddruk, pols, de punctieplaats en eventuele ongemakken

ablatie

Er kan ook gekozen worden voor algemene verdoving. Bespreek dit, indien gewenst, vooraf met je arts want dit vergt een aangepaste organisatie.

Risico’s

Het onderzoek draagt weinig risico’s. De ritmestoornissen zijn uit te lokken, maar kunnen ook gestopt worden. Er kan een bloeduitstorting in de lies ontstaan, best te vermijden door een stevig verband en platte rust.

Bij sommige ritmestoornissen ligt het door te branden gebied dichtbij een belangrijke vitale elektrische geleiding; dan bestaat het risico dat deze ook wordt aangetast (minder dan 1%). In dit geval moet een pacemaker worden geplaatst. De arts legt uit wanneer dit het geval is.

Resultaat

Succesvolle behandeling is, naargelang de ritmestoornis, te verwachten bij 80-99% van de patiënten.

Nazorg

Om infectie te vermijden wordt aangeraden de eerste 2 dagen niet te baden (douchen mag wel).

Matig thuis de activiteiten: 1 week geen zware inspanningen doen, geen gewichten heffen van meer dan 5 kg en vermijden om lange afstanden te rijden.

Je zal na de ablatie gedurende 1 maand een bloedverdunner bijvoorbeeld Asaflow® moeten innemen.

Extra informatie

In de onderstaande brochure "Elektrofysiologisch onderzoek" kunt u gedetailleerde informatie vinden. 

 

Downloads: 
Elektrofysiologisch onderzoek

Elektrofysiologisch onderzoek

In de brochure kan u wat meer informatie vinden over het elektrofysiologisch onderzoek en ablatie.