Wanneer de doorgeleiding van elektrische signalen van de voorkamers naar de kamers van het hart tijdelijk of permanent is onderbroken, ontstaat een fors vertraagd en soms onregelmatig hartritme. De meest voorkomende symptomen zijn moeheid, kortademigheid, duizeligheid en bewustzijnsverlies (syncope). Indien de geleidingsstoornis het gevolg is van een behandeling met geneesmiddelen is ze vaak omkeerbaar. Indien niet, dan is een pacemakerimplantatie noodzakelijk.