Voorkamer fibrillatie (VKF) is één van de meest voorkomende ritmestoornissen. Ze ontstaat door snelle impulsen vanuit de longvenen, die uitmonden in de linker voorkamer, waar deze impulsen op volstrekt chaotische wijze gaan circuleren, zodat de voorkamers gaan “trillen”. Of ze al dan niet symptomen veroorzaakt hangt af van de snelheid waarmee de elektrische impulsen over de AV-knoop worden doorgeleid naar de kamers.
De behandeling bij atriale fibrillatie heeft drie doelstellingen:
1) het voorkomen van hartfalen door het ventriculair antwoord op de atriale fibrillatie te optimaliseren met medicatie,
2) klontervorming in het hart voorkomen en zo het risico op hartinfarct en beroerte te verminderen. Met behulp van medicatie zal men de stollingscapaciteit van het bloed verminderen
3) het herstellen van het sinusritme. Dit kan gebeuren met medicatie, met een elektrische cardioversie of met een ablatie.