Wat is hartfalen?
Het hart pompt normaal gezien precies de hoeveelheid bloed rond die het lichaam nodig heeft. Bij hartfalen is de pompfunctie verstoord en pompt het hart te weinig bloed rond.
Te weinig bloed rondpompen resulteert in volgende problemen:
Kleine bloedsomloop (hart- longen): bloed en vocht hoopt zich op in het lichaam. U kunt opgezette benen en enkels hebben.
Grote bloedsomloop (hart-lichaam): er wordt onvoldoende bloed naar het lichaam gepompt. Het bloed en vocht hopen zich op in de longen. U ervaart kortademigheid en prikkelhoest.
Er bestaat een onderscheid tussen:
- Systolisch hartfalen: hartspier trekt niet krachtig genoeg samen en pompt minder bloed rond
- Diastolisch hartfalen: hartspier ontspant zich minder goed in de rustfase en vult zich minder goed met bloed
Systolisch hartfalen is de meest voorkomende oorzaak van hartfalen.
Wat zijn de symptomen ?
Het hart pompt minder goed bloed rond bij hartfalen. Daardoor krijgen de organen minder zuurstof en voedingsstoffen.
De belangrijkste klachten van hartfalen zijn:
- vermoeidheid
- kortademigheid (vooral bij inspanning)
- opgezette benen en enkels
- onrustig slapen en ’s nachts vaak plassen
Andere klachten kunnen zijn:
- koude handen en voeten
- ritmestoornissen
- opgeblazen gevoel en een moeilijke stoelgang
- verminderde eetlust en toch zwaarder worden
- prikkelhoest (vooral bij plat liggen)
- vergeetachtigheid en gebrek aan concentratie
Deze klachten komen ook bij andere aandoeningen voor. Als u deze klachten herkent, hoeft het daarom nog niet te betekenen dat u hartfalen heeft!
In bepaalde gevallen kunnen de klachten ernstig zijn en is dringende medisch hulp noodzakelijk. Een ritmestoornis die een hartinfarct veroorzaakt kan levensbedreigend zijn. Bij een aanhoudende zware drukkende pijn midden in de borst, vaak samengaand met zweten, misselijkheid en braken, belt u onmiddellijk uw huisarts of 112.
Ook een snelle vochtopstapeling in de longen is een acute medische situatie. Bij ernstige benauwdheidsklachten, vaak samengaand met piepende ademhaling of kriebelhoest, belt u onmiddellijk uw huisarts of 112.
Wat zijn de oorzaken ?
Geen enkele patiënt met hartfalen is hetzelfde. Er zijn veel verschillende oorzaken:
- Acuut Hartinfarct
Bij een hartinfarct sterft een deel van de hartspier af. Dit gedeelte wordt stroef en kan niet meer meepompen. Hierdoor kan hartfalen ontstaan. De ernst van het hartinfarct bepaalt het risico op de ontwikkeling van hartfalen achteraf.
- Hypertensie (Hoge bloeddruk)
Bij een hoge bloeddruk moet het hart tegen een hoge druk in pompen. De hartspier wordt daardoor dikker. Op den duur wordt een dikke hartspier stijver en minder soepel en neemt de pompkracht af. Hierdoor kan hartfalen ontstaan.
- Kleplijden
Als hartkleppen niet goed sluiten of vernauwd zijn, moet het hart harder werken. Dit is een extra belasting voor het hart en kan op den duur leiden tot hartfalen.
- Hartritmestoornissen
Bij ritmestoornissen klopt het hart te snel, te langzaam of onregelmatig. Hierdoor verliest het hart pompkracht.
- Hartspierziekte
De hartspier is verdikt of verwijd. De cellen hebben een abnormale bouw of zijn vervangen door vet- of bindweefsel. De pompkracht neemt hierdoor af.
Lees verder over de onderzoeken en behandelingen
Extra informatie
Kort na de diagnose hartfalen krijgt u veel adviezen. Van artsen en verpleegkundigen, maar ook van familie of vrienden. Het duizelt u. Waar moet u op letten?
Tips bij medicatie gebruik
U slikt waarschijnlijk veel medicijnen.
Enkele adviezen:
- neem medicatie volgens voorschrift in
- stop nooit zomaar met medicatie: overleg altijd met uw arts of hartfalenverpleegkundige
- vraag bij de apotheek om een verdeeldoos voor uw medicijnen
Zoutarm dieet
Zout houdt vocht vast. Het hart en de nieren moeten meer vocht verwerken. Bij hartfalen geeft dit mogelijk problemen. Uw diëtist of hartfalenverpleegkundige geeft u praktische tips om minder zout te gebruiken.
Vochtbeperking
De meeste hartfalenpatiënten mogen niet meer dan 1,5 liter tot maximaal 2 liter vocht per dag binnen krijgen.
Gewicht
Als u vocht vasthoudt, merkt u dat direct aan uw gewicht. Weeg u daarom elke dag op hetzelfde tijdstip. Komt u in enkele dagen tijd meer dan 2 kilo aan terwijl u normaal eet, dan houdt u waarschijnlijk vocht vast. Neem dan contact op met uw huisarts of hartfalenverpleegkundige.